Er was eens een beruchte piraat genaamd Kapitein Zwartbaard, een ruwe zeebonk met een hart vol goudzucht en avonturenlust. Op
29 december 1708 bereikte hij het eiland Ameland, een klein maar mysterieus eiland aan de noordkust van Nederland. Het gerucht
ging dat daar, diep in de grond en in de buurt van een weg die naar de vuurtoren leidde, een eeuwenoude schat begraven lag.
De zee was kalm toen Kapitein Zwartbaard en zijn bemanning hun schip, *De Zwarte Storm*, voor anker legden in de luwte van het
eiland. De kapitein had een kaart in zijn bezit, een verweerd stuk perkament dat hij jaren geleden had bemachtigd na een gevecht
met een andere piraat. Op de kaart stond een vaag omschreven plek getekend tussen de glooiende duinen van Ameland en de
uitgestrekte zandvlaktes van het strand.
Zodra ze aan land stapten, vulde de zilte zeelucht hun longen en hoorden ze het zachte ruisen van de wind door het helmgras.
Zwartbaard, met zijn lange jas en zwarte hoed, leidde zijn mannen door het mulle zand van de duinen. “De schat moet hier ergens
zijn,” mompelde hij terwijl hij de kaart nauwkeurig bestudeerde. “Kijk daar, de oude bomen,” zei hij wijzend. Volgens de kaart moest
de schat in de buurt van die markante bomen zijn begraven.
Ze groeven urenlang in het zand tussen de duinen, hun scheppen doken keer op keer in de aarde, maar vonden niets meer dan
schelpen en aangespoeld wrakhout. Kapitein Zwartbaard begon zijn geduld te verliezen. “Er moet iets zijn!” riep hij gefrustreerd
terwijl de zon al laag aan de horizon stond.
Toen, net toen hij overwoog om verder het eiland in te trekken, hoorde hij een vreemde klank. Zijn voet had iets hards geraakt onder
het zand. De kapitein knielde neer en begon met zijn handen te graven. Na enkele minuten stuitte hij op een blik, bedekt met
eeuwenoude zeewier en schelpen. Zijn hart sloeg een slag over. Dit moest het zijn!
Met een kraak en een hoop stof ging het blik open. Binnenin lag een schat. Kapitein Zwartbaard keek naar de schat en grijnsde
breed. “Het was het wachten waard,” mompelde hij tevreden.
Maar net toen hij de schat wilde optillen, voelde hij de grond onder zich trillen. Een mystieke kracht leek het eiland te beheersen. Uit
de duinen klonk een diepe, echoënde stem: "Wie de schat van Ameland neemt, zal voor eeuwig worden vervloekt!"
Zwartbaard, die normaal voor niets terugdeinsde, voelde plots een ijzige angst door zijn lichaam trekken. Hij dacht aan de vele
verhalen die hij had gehoord over vervloekte schatten en spookachtige schepen. In een zeldzaam moment van wijsheid liet hij het
blik met rust. "Misschien is deze schat beter hier verborgen," zei hij, terwijl hij zijn bemanning gebood terug te keren naar het schip.
Kapitein Zwartbaard verliet Ameland zonder de schat, maar met een respect voor de geheimen van het eiland. Het blik bleef achter,
begraven onder de grond, wachtend op de volgende onfortuinlijke ziel die dapper genoeg zou zijn om zijn geluk te beproeven op de
stranden van Ameland.
Ben jij die dappere ziel ?
Veel succes..........